Kidfluencers: juridische bescherming tegen verboden kinderarbeid blijft uit

Kinderarbeid is een wereldwijd probleem dat tegenwoordig nog steeds veel voorkomt. Een opvallende ontwikkeling in de afgelopen jaren is de opkomst van kind influencers (hierna: kidfluencers) op sociale media. Dit zijn kinderen onder de 16 die met regelmaat content plaatsen op sociale media. Deze kinderen hebben een enorme achterban aan volgers en likes waarmee ze veel geld verdienen, onder andere met het promoten van producten en merken. Dit roept de vraag op of deze kinderen juridisch gezien goed genoeg zijn beschermd tegen verboden kinderarbeid, met het oog op het soort werk dat is toegestaan, de toegestane werktijden, de benodigde rusttijd en het recht op het volgen van onderwijs.

Juridisch grijs gebied

Kinderarbeid is in Nederland in beginsel verboden (art. 3:2 lid 1 Arbeidstijdenwet), tenzij het werk valt onder streng gereguleerde uitzonderingen. Te denken valt dan aan krantenwijken, artistiek werk of vakantiewerk. Kidfluencing is echter een relatief nieuw fenomeen dat meestal niet onder bestaande uitzonderingen valt. 

 

Content maken lijkt in eerste instantie onschuldig, maar veel kinderen zijn als zelfstandige ingeschreven, waardoor bepalingen die uitgaan van een arbeidsovereenkomst of werkgever niet automatisch van toepassing zijn. Het onderscheid tussen hobby en arbeid is bovendien diffuus. De grens tussen deze twee begrippen is juridisch gezien belangrijk. Zolang kinderen zonder commerciële bedoeling content maken, gelden de regels voor kinderarbeid namelijk niet. Maar zodra er geld wordt verdiend, samengewerkt wordt met externe partijen en concurrentie ontstaat, beschouwt de KVK dit als een onderneming – en is er dus sprake van arbeid. De regels rondom kinderarbeid dienen dan in acht genomen te worden.

Internationale en nationale kaders

De huidige wet- en regelgeving is nog niet specifiek toegesneden op kidfluencers, maar er bestaat wel wetgeving omtrent het begrip 'verboden' kinderarbeid. Wanneer is hier sprake van? Dit begrip wordt geformuleerd door internationale en nationale regels. Het verbod van kinderarbeid, neergelegd in artikel 1:2 en 3:2 van de Arbeidstijdenwet en de Nadere regeling kinderarbeid, komt overeen met de internationale normen neergelegd in artikel 32 van het Handvest Grondrechten van de Europese Unie, artikel 7 van het Europees Sociaal Handvest, artikel 7 Richtlijn 94/33/EG en de ILO. 

 

Het komt erop neer dat zodra niet wordt voldaan aan de regels waaronder kinderarbeid wel is toegestaan, er sprake is van verboden kinderarbeid. In elk geval is kinderarbeid nooit het uitgangspunt. Afhankelijk van de leeftijd en soort arbeid verschillen de regels omtrent dit onderwerp. Bij elke leeftijd is het van belang om alle regels na te leven met betrekking tot het aantal werkdagen en de rusttijden. Wanneer er kinderarbeid wordt verricht dat wel is toegestaan, dient het belang van het kind te allen tijde voorop te staan. 

 

Conclusie

In de afgelopen jaren is het aantal kinderen dat actief is als influencer sterk toegenomen. Deze ontwikkeling is sneller gegaan dan de wetgeving kon bijhouden. De huidige nationale en internationale regels over verboden kinderarbeid zijn dan ook (nog) niet specifiek afgestemd op de werkzaamheden van kidfluencers. Dit roept de vraag op in hoeverre kinderen van 15 jaar en jonger voldoende juridisch worden beschermd. Zowel nationaal als internationaal geldt het uitgangspunt dat kinderarbeid verboden is. Uitzonderingen zijn alleen toegestaan als het werk geen negatieve invloed heeft op de lichamelijke of geestelijke ontwikkeling van het kind.

 

Aangezien de regelgeving voor kinderen van 12 tot en met 15 jaar verschilt, en het werk van kidfluencers zich grotendeels achter de schermen afspeelt, is het lastig om vast te stellen hoeveel tijd zij daadwerkelijk aan hun online activiteiten besteden. Hierdoor blijft het onduidelijk of er in de praktijk sprake is van verboden kinderarbeid.

 

Juist omdat de wet- en regelgeving nog geen duidelijke plek biedt aan het fenomeen kidfluencer, kan worden geconcludeerd dat kinderen in deze groep momenteel onvoldoende beschermd worden. Er bestaan geen expliciete wettelijke bepalingen over de vraag of influencen valt onder ‘arbeid van lichte aard’ of onder het begrip ‘uitvoering’ zoals bedoeld in de Nadere Regeling Kinderarbeid. Ook is het niet helder wie juridisch als verantwoordelijke partij kan worden aangemerkt: de ouders of het bedrijf dat samenwerkt met het kind. Zolang deze juridische onzekerheden voortduren, zijn kidfluencers onvoldoende beschermd tegen uitbuiting en de psychische en sociale risico’s die met dit werk gepaard kunnen gaan.

 

Als influencen in de toekomst wordt ondergebracht binnen de bestaande regelgeving over uitvoeringen, zullen er strengere eisen kunnen gaan gelden. Kidfluencers zouden dan bijvoorbeeld om een ontheffing moeten vragen en ze moeten voldoen aan strenge regels omtrent werk- en rusttijden. 

 

Gebruikte bronnen: ABRvS 16 januari 2013, ECLI:NL:RVS:2013:BY8528, ABRvS 24 oktober 2018, ECLI:NL:RVS:2018:3492, Rb. Zeeland-West Brabant 27 januari 2020, ECLI:NL:RBZWB:2020:305, Rb. Zeeland-West-Brabant 27 november 2019, zaaknummer BRE 19/1860 WET, Eindrapport modernisering regelgeving kinderarbeid 2022, N. van Boom, Kidfluencers: Roem of Rechten? Een onderzoek naar de bescherming van kidfluencers binnen het juridische kader van verboden kinderarbeid (masterscriptie Erasmus Universiteit Utrecht 2023).

 

 

Wie is er verantwoordelijk voor verboden kinderarbeid?

In artikel 3:1 Arbeidstijden wet wordt de ‘verantwoordelijke persoon’ genoemd als óf de werkgever óf de ouder. In het licht van rechtspraak zijn beide standpunten verdedigbaar. Doordat kidfluencers in de meeste gevallen niet op basis van een arbeidsovereenkomst werken, wordt er al snel gedacht dat er geen bedrijf is die verantwoordelijk gehouden kan worden. Een bedrijf heeft echter in veel gevallen toch controle over de inhoud van de content en de betalingen. Het is zelfs denkbaar dat een bedrijf enige controle heeft over de werktijden van het kind, bijvoorbeeld hoe vaak en wanneer content geplaatst moet worden. Daarnaast zou het bedrijf als verantwoordelijke aangewezen kunnen worden vanwege het standpunt dat kidfluencers blootgesteld worden aan risico’s zoals stalking en intimidatie. Het aanwijzen van het bedrijf als verantwoordelijke is echter in de praktijk problematisch, omdat het werk voornamelijk plaatsvindt in de privésfeer. Hierdoor wordt de controle op de Arbeidstijdenwet belemmerd. De gedachte dat de ouder de verantwoordelijkheid zou dragen is ook overtuigend, gezien hij of zij meestal op de hoogte is of had kunnen zijn van Toch is ook het verantwoordelijk houden van de ouder lastig, ouders beweren immers vaak dat het influencen ‘gewoon een hobby is’ waarbij financiële prikkels zelden een rol spelen. Oftewel, het antwoord op de vraag wie verantwoordelijk is voor verboden kinderarbeid is praktisch gezien tot dusver nog problematisch.

Kinderen met de leeftijd tot en met 12 jaar

Kinderen met de leeftijd 13 tot en met 15 jaar

Wat in ieder geval vaststaat is dat kinderen tot en met 12 jaar niet mogen werken, tenzij er sprake is van een alternatieve sanctie of er voor culturele en artistieke arbeid een ontheffing is verleend door de Nederlandse Arbeidsinspectie. In dit laatste geval wordt aangesloten bij het laten verrichten van niet-industriële arbeid van lichte aard met daarvoor een ontheffing. Te denken valt dan aan het verlenen van medewerking aan uitvoeringen van culturele, wetenschappelijke, opvoedkundige of artistieke aard, aan modeshows of aan audio-, visuele of audiovisuele opnamen. De veiligheid van het kind moet in ieder geval gewaarborgd zijn. 

 

Valt influencen niet onder het doen van een uitvoering, dan vallen kidfluencers tot en met 12 jaar meteen onder het verbod van kinderarbeid. Valt het wel onder een uitvoering dan zal er dus een ontheffing aan een kidfluencer verleend moeten worden, dat naar verwachting niet snel verleend zal worden. Er bestaan voor- en tegenargumenten wat betreft de stelling dat kidfluencing onder de definitie uitvoering valt. Een voorargument is dat kidfluencing kan worden beschouwd als een artistieke, opvoedkundige of modieuze uitvoering of deelname aan audiovisuele opnames. Een tegenargument is dat de wet vooral is gericht op traditionele uitvoeringen met artistieke doelen en meer structuur, terwijl influencing vaak draait om promotie en spontane content.

Kinderen van 13, 14 en 15 jaar mogen enkel niet-industriële arbeid van lichte aard verrichten. In tegenstelling tot 12-jarigen, hoeven zij hiervoor geen ontheffing aan te vragen. Géén arbeid van lichte aard is onder andere arbeid waarbij blootstelling aan psychosociale arbeidsbelasting (hierna: PSA) niet kan worden voorkomen of beperkt. PSA verwijst naar factoren die tijdens de arbeid stress, werkdruk, intimidatie, pesten of ander ongewenst gedrag kunnen veroorzaken. In de Nadere Regeling Kinderarbeid wordt voor kinderen van 13 tot en met 15 jaar eveneens een onderscheid gemaakt tussen arbeid dat valt onder het doen van een uitvoering en arbeid die hier niet onder valt. Wederom is het hier dus van belang of kidfluencers onder de bepalingen van een uitvoering vallen. 

We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden

Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.